Een onsje ontmoeting graag
Hoe kunnen we elkaar nog ontmoeten als live contact niet meer mogelijk is? Joke Goudswaard over verbinding maken in tijden van afstand houden.
Ontroerend, op de voorpagina van de Volkskrant een stukje van Paulien Cornelisse: over haar verlangen om ‘massaal’ op een afgesproken tijdstip viool te spelen. De 18.00 uur nadert en haar schroom wint het van haar verlangen. Ze laat het moment voorbijgaan. En oefent in haar eentje toonladders. Een verloren zaak? Nee, helemaal niet: de intentie telt al. Ze weet dat haar vioolklanken samen met de muziekinstrumenten van anderen een veld van ontmoeting en verbinding maken. Ontroerend dat slechts wat kilometers verderop Italiaanse aria’s van talloze balkons klinken en een hele wijk omarmen. Ook daar, een daad van betekenisgeving, een verlangen om het essentiële van ons mens-zijn vast te houden. Als we elkaar niet meer lijfelijk mogen kussen, huggen of omhelzen dan via het hart. Virginia Satir, ik weet het zeker, steekt vanuit de hemel haar duim op. Wat we het meest missen, en wat we weigeren op te geven, is het elixer van contact. Als deze tijd iets in ons wakker maakt, is het dat besef. Een wereldwijd besef, dwars over grenzen en versperringen heen.
Ook Phoenix doet mee. Met elke beperkende maatregel worden we creatiever om de ontmoeting te waarborgen. We leven op als team als we cursisten bereiken met Zoomsessies als second best voor trainingsdagen puur natuur. Gelukkig! De verbinding blijft. Het schudt en schokt van binnen in het instituut als mensen hierin teleurgesteld zijn. De vuurvogel moet het waar maken, dat hebben we beloofd!
Wat is het heerlijk! – meer dan heerlijk! – om een twaalftal cursisten, ouderwets gewoon aan de lijn te hebben als vervanging van de afronding van een opleiding. Hun boosheid of geraaktheid te voelen in een stilte als muur of een stilte van tranen. De blijdschap om gehoord te worden, gezien en aangeraakt als ik aan ieder van hen een eigengemaakt gedicht voorlees. Ook op het scherm van mijn pc, met vierentwintig gezichten, zoek ik naar de blik in ogen, een schouder die afwezig hangt. Is er moeheid, sprankeling, enthousiasme? Ik wil het weten of de leerlijn in ontmoeten overeind blijft. Dat is mijn passie, mijn vak. Wat voel ik me vervuld als ik een leerkracht een mooi verhaal kan doorgeven bij het sterven van een jongetje van acht in de klas. Zeker, het is sober, meer bescheiden en toch, het doet ertoe. Live supervisie geven zit er nu niet in, het veld van verbinding overeind houden wel. Vast en zeker: een onsje ontmoeting graag. Laten we het vooral bij elkaar bestellen!